Wanneer Antje op haar 19e serieus verkering krijgt, maakt ze een keuze die haar hele leven zal veranderen
Ze verlaat haar ouderlijk huis en gaat samenwonen in Workum. Om brood op de plank te krijgen, stopt Antje met haar opleiding en solliciteert als plateelschilder bij de Koninklijke Aardewerkfabriek Tichelaar in Makkum. Voorzichtig pakt Antje het schilderen in olieverf weer op. In Workum komt ze in contact met Koos van Keulen, die haar onder haar hoede neemt. De vrijheid in onderwerpkeuze en de bijzondere technieken die Koos haar bijbrengt, zorgen ervoor dat Antje steeds zekerder wordt.
Inmiddels is Antje getrouwd en heeft ze twee kinderen. Juist in die periode raakt haar echtgenoot zijn baan kwijt en het gezin belandt in een diepe crisis. Ondanks de moeilijkheden blijft Antje schilderen en af en toe heeft ze geluk. Op een zondag stopt er een auto voor hun huisje (inmiddels woont het gezin in een huisje in Ferwoude) en deze mensen kopen een schilderij voor 175 gulden! Antje kan haar geluk niet op, want daardoor kan ze die maandag boodschappen doen. Een kar vol! Om financieel weer wat op te krabbelen, begint Antje les te geven aan huis. De eerste cursisten zitten gewoon in de achterkamer van hun huis in Ferwoude. Ondanks dat er 's winters een houtkachel brandt, is het er soms zo koud dat de cursisten met extra dikke wollen sokken aan zitten te schilderen.
Thuisatelier
Expo Atelier Pur-Sang
In die dagen exposeert Antje in het voormalige Jopie Huisman Museum te Workum. De openingshandelingen worden verricht door haar werkgever, de heer Van Seumeren van Tichelaar Aardewerk Makkum. In een prachtige speech adviseert hij haar om zich voortaan alleen nog te concentreren op het schilderen. Kort gezegd vindt hij dat Antje ontslag moet nemen.
Vanaf dat moment gaat alles voorspoedig: haar man Hendrik vindt weer werk en Antje bouwt een aanzienlijke klantenkring op. Zowel de cursussen als de verkoop van schilderijen lopen als een trein. Omdat Antje een ruim atelier nodig heeft, besluit het stel een oud "boerenspultsje" (boerderijtje) in Wons te kopen. Ze noemen het Pur-Sang, wat uit het Frans komt en "volbloed" (met hart en ziel) betekent.
Het atelier heeft een open karakter en is vrij toegankelijk voor belangstellenden. "Ik wil dat mensen zich op hun gemak voelen. Bij de meeste galeries en ateliers waar ik destijds zelf kwam, kwam alles zo stijf en geforceerd over. Niet echt een sfeer waarin je een schilderij bekijkt of uitkiest," aldus Antje.
Met hun Staverse Jol uit 1901 zeilen Antje en Hendrik over het IJsselmeer en de Waddenzee. Ze genieten van de frisse zeelucht en doen tegelijkertijd inspiratie op! Antje kan het niet laten en heeft altijd een schetsboek bij zich tijdens hun reizen. De zorgen over het onderhoud van een monumentaal schip lijken hen niet te deren. Hun sterke band met de voormalige Zuiderzee (visserij) en haar schepen is daarvoor te groot.
In Wons heeft Antje in 1998 haar draai volledig gevonden. Dicht bij huis kiest zij haar onderwerpen. "Mijn stijl neigt naar het magisch realisme, maar ik houd het wel graag toegankelijk. Want wat heb je aan kunst, wanneer niemand je begrijpt?" is Antje's nuchtere mening.